Hé meneer, hoe is het met u? ‘Niet zo best, jongen...’ ‘Wat is er dan, als ik vragen mag?’ ‘Ik weet het niet, het is gewoon alles, alles bij elkaar.’ Meneer begint te huilen. Hij verzet zich tegen zijn tranen, maar het lukt hem niet om ze in te houden. ‘Godverdomme!’ zegt hij snikkend en met zijn handen voor zijn ogen. Ik ga naast hem zitten op de bedrand. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Misschien moet ik gewoon niets zeggen. Het is goed zo, deze emoties mogen er zijn. We zitten samen op bed in zijn half ingerichte appartement. Het snikken van meneer is naast het tikken van de klok het enige geluid dat ik kan horen. Meneer is tachtig, zijn vrouw is vorige maand plotseling overleden. Hij heeft geen kinderen. Hij is gisteren hier komen wonen omdat het thuis niet meer ging. Hij zorgde niet voor zichzelf en zou vereenzamen als hij daar was gebleven. Gelukkig ziet meneer dit zelf ook in. De enige persoon die voor hem zorgt is zijn neef; die heeft ook de zorg ingeschakeld. Nu is meneer hier in deze vreemde omgeving, zonder zijn geliefde en vol van emoties. Wat moet dit onvoorstelbaar moeilijk zijn voor deze man. Dat is de enige gedachte die steeds door mijn hoofd gaat. ‘Nou, ik ben uitgejankt hoor, jongen.’ Meneer kijkt mij aan met waterige ogen. Ik zie een klein beetje opluchting op zijn gezicht. ‘Hebt u honger?’ ‘Nee, ik heb al een maand geen honger meer.’ ‘Dat begrijp ik, maar u kunt wel wat te eten gebruiken, denk ik.’ ‘Daar heb je gelijk in.’ Ik loop naar de keuken en maak een boterham met vlokken, het enige wat er in de keukenkast staat. Ik ga er maar van uit dat hij daarvan houdt. ‘Wilt u een kop koffie?’ ‘Ja, helemaal zwart. Drink jij ook een kop koffie?’ Ik heb eigenlijk geen tijd, ik ben hier al veel langer dan gepland. Maar ja. Meneer heeft dit nodig, ik kan nu niet weggaan. ‘Jazeker, meneer!’ roep ik vanuit de keuken. ‘Fijn, jongen, dat vind ik fijn, echt waar.’ Nu zitten we samen aan tafel, met een kop koffie. Meneer neemt zo nu en dan een hapje van zijn boterham met vlokken. ‘Lekker, jongen. Goede keuze, haha.’ Ik weet wat hij bedoelt, er was niets anders. We schieten allebei een beetje in de lach. Ik had niet verwacht dat ik deze man nog zou zien lachen vandaag. ‘Echte mannen huilen toch niet, jongen? Sorry van daarnet...’ Ik zie aan meneer dat hij het nog steeds een beetje gênant vindt. ‘U hoeft echt geen sorry te zeggen. Wat u allemaal hebt meegemaakt, is ontzettend zwaar, en dan mag u best huilen. Emoties tonen is alleen maar goed. Ik huil ook weleens, en dan om minder erge dingen,’ antwoord ik. ‘Nou, daar zitten we dan, twee nepmannen aan één tafel!’ zegt meneer met een lach op zijn gezicht. Wat mooi, denk ik bij mezelf. Fijn dat meneer zich nu iets beter voelt dan in het begin. Het is ondertussen wel echt tijd om te gaan, maar nu voelt het goed. Ik drink mijn koffie op en maak me klaar om te vertrekken. ‘Tot ziens meneer, bedankt voor de koffie. Ik zie u binnenkort weer!’ ‘Bedankt hè, jongen. Fijn dat je even tijd voor mij had,’ zegt hij terwijl ik mijn jas aantrek. Ik geef hem een hand en ga weer verder. Ik loop flink achter met mijn route. Maar dat doet er niet toe, ik kan nu verder gaan met een goed gevoel. Tommie Niessen 👉 tommieniessen.nl 📘 Tommie in de zorg

Posted by Tommie at 2023-10-26 11:48:48 UTC